(apologies to my english-speaking (or ‘english-reading’) friends… This one is in Dutch, since it’s basically a repost of an article about my Deca-journey, written by Frank Heukels for the “BZ&T”, which is a magazine for members of triathlon-club Hellas Triathlon in Utrecht (which is in the Netherlands, so it makes sense…)

…En voor de Nederlandse lezers: hieronder dus een ‘repost’ van een artikel dat Frank Heukels schreef voor het clubblad van Hellas Triathlon!

Hoe komt iemand tot ‘een half maandje racen’

Wat drijft een mens als deze besluit een tienvoudige triatlon te gaan doen? En hoe kom je op het punt dat dat überhaupt een optie wordt? En hoe doe je dat dan met je horloge? Het zijn zo van die vragen die je hebt als je Koen van Meeuwen spreekt over zijn hobby: extreme, rare, lange dingen doen.

The Big Brutal Swim 2015…

Eerst de basis: tienvoudige triatlons komen in twee vormen. Er is de ‘One-a-day’, waarin je elke dag een hele triatlon aflegt, tien dagen op een rij. Dat is pittig, maar garandeert in ieder geval een bepaalde hoeveelheid slaap. En dan is er de ‘Deca’, waarin de reguliere volgorde wordt aangehouden maal tien. Dus 38 kilometer zwemmen, 1800 kilometer fietsen en 422 kilometer lopen om het af te leren. Voor de verdere beeldvorming: het wereldrecord staat op 190 uur en een beetje, dat zijn bijna acht volledige dagen.

Tot zover de inleidende beschietingen. Waarom? “Nieuwsgierigheid”, vertelt Koen, en dat komt een aantal keren terug. “Ik wil heel graag weten hoe het voelt, hoe het is, wat voor pijn ga ik ervaren. Welke mentale uitdagingen kom ik tegen? Kan ik dit wel?” Een uitdaging gestoeld op vragen en twijfels, waarbij resultaat alleen realistisch is, als je je net zo episch voorbereidt als je racet. Want ultrasporten zijn teamsporten. Koen werkt nu met een heus team dat hem helpt te prepareren. Tijdens de race wordt dat team uitgebreid met vrienden en familieleden die logistieke ondersteuning bieden.

De basis bestaat uit twee bekende Hellas-atleten en trainers, Jacomina Eijkelboom en Daniëlle Vermeulen. Jacomina is de trainer, Daniëlle de sportpsycholoog. Ze kennen elkaar inmiddels door en door, deze drie. Terwijl Koen langzaam evolueert van ‘gewone triatleet’ naar ultrasporter, staan Jacomina en Daniëlle aan zijn zijde. Het proces loopt langs een hele triatlon, daarna een dubbele (2016). De geluksbeleving is enorm, alles gaat geweldig en goed. In 2017 volgt een triple. En die is pas echt zwaar, vooral mentaal. “Ik ben de triple echt gefinisht dankzij mijn supportteam. Achteraf zijn daar op de zwaarste momenten vriendschappen op het spel gezet om mij overeind te houden.” Het geeft wel aan dat er scherp aan de wind is gevaren, die dagen. “Daarna heb ik ook echt even gas teruggenomen. Even geen of andere plannen gemaakt. Ik ben in 2018 een zwemtocht van 20 kilometer gaan doen. Het zaadje voor meer zat al in mijn systeem, maar ik was er nog niet aan toe.” Dat verandert na dat, relatieve, rustjaar. Koen schrijft zich in 2019 in voor de Deca, maar die wordt afgelast. In 2020 volgt een pandemie, dus alles staat nu op 2021. Augustus om precies te zijn. De start op de 15e, de race de hele tweede helft van de maand.

Rondjes

De invulling van een ultrarace is ook verrassend. Hoe langer de race, hoe kleiner de rondjes, lijkt het wel. In het oosten van Zwitserland ligt Buchs. Een klein stadje, alleen door de Rijn gescheiden van Liechtenstein. In Buchs hebben ze een 50 meter buitenbad. Daar gaan de matadoren op 15 augustus van start met het officiële WK Continuous Deca Triathlon. 38 Kilometer zwemmen, gedeeld door een 50-meterbad, maakt 760 baantjes. Dan volgt het fietsonderdeel, traditiegetrouw de bulk van de wedstrijd. 1800 Kilometer, gedeeld door rondjes van 9 kilometer, maakt 200 stuks. Tijdens de wissel naar het lopen, heeft Koen al 960 ‘rondjes’ achter de rug. De laatste hap rondjes betreft de 350 maal dat de lopers het ongeveer 1,2 kilometer lange loopparcours mogen afleggen. Het feit dat de race in Zwitserland wordt gehouden, zegt niks over stijgingspercentages. Die zijn er niet. Dat dan weer wel. De oorsprong van deze kleinere rondes ligt natuurlijk in zowel de logistiek als de veiligheid. Het is ondoenlijk om twee weken lang een fietsrondje van bijvoorbeeld 90 kilometer af te sluiten. Maar belangrijker, het is simpelweg onveilig om deelnemers na enkele dagen zonder enige betekenisvolle nachtrust de openbare weg op te sturen. “Slaap, ja, dat is wel een dingetje,” begint Koen. “Het is niet duidelijk hoeveel iemand nodig heeft, dus ik heb weinig aan ervaringen van anderen. Uittesten schiet ook niet op, want daar ben ik zeker vijf dagen mee bezig. Dan schiet ik mijn doel voorbij. Dus ik moet flexibel zijn, voorbereid op alle variaties. Geen idee. Misschien twee uur per nacht, misschien vijf. Ik heb zeker geen al te dominante tijdsdoelen, daarvoor is het teveel en te lang, maar ik wil natuurlijk wel zo snel mogelijk zijn.” Waar de normale atleet zich druk maakt om een lekke band, liggen de verhoudingen in dit geval iets anders. “Ja, een dag ben je zomaar kwijt, als je pech hebt.”

Als het over dagen in plaats van uren gaat, is er geen sporthorloge tegen deze race opgewassen. “Ik had eerst een van de eerste Garmin horloges die bleef opnemen tijdens het opladen, dat was met eerdere modellen niet mogelijk. Dan kon ik af en toe een batterypack meesjouwen en tijdens de race opladen. Inmiddels is dat vrij gewoon. Nu wordt de vraag hoe de Garmin reageert als ie twee weken aan een stuk door moet blijven draaien.” Ook (of juist?) voor ultrasporters geldt: niet vastgelegd, is niet gedaan. Dit is een issue dus, hoewel klein, vergeleken bij de lichamelijke en geestelijke training die nodig is.

Fysiek en mentaal

Want hoe bereid je je fysiek voor op zo’n uitdaging? In het normale leven train je voor een marathon of een halve of hele triatlon. Je legt in de voorbereiding nooit de hele afstand af, maar traint wel een heel eind die kant op. Maar Koen gaat natuurlijk niet als training 7 triatlons doen, om maar eens wat te noemen. “Nee, dat gaat ‘m niet worden,” bevestigt Koen desgevraagd. “We richten ons bijvoorbeeld ook op trainen onder vermoeidheid, want dat is wat die wedstrijd gaat zijn: sporten terwijl je, mentaal en fysiek, vermoeid bent.” Zo liep hij op en rond de kerstdagen vijf marathons in vijf opeenvolgende dagen. Daarbij loop je vanaf dag twee natuurlijk vermoeid rond. “Dat valt ook wel weer mee. Je kunt er misschien wel beter vijf lopen dan één. Dat heeft te maken met je snelheid. Ik loop ze echt op een enorm laag duurtempo, hartslagzone 0, zodat ik morgen weer kan. Ik heb bijvoorbeeld even overwogen er een zesde aan vast te plakken, maar daar had ik toch echt geen zin meer in. Maar fysiek had het prima gekund.” Even voor de goede orde: Koen’s zone 0 was tijdens deze vijf marathons nog steeds goed voor een gemiddelde van 5.30 tot 6.00 minuten per kilometer.

Naast de fysieke uitputtingsslag is de deca vooral een enorm mentaal gevecht. “We hebben het bijvoorbeeld over wat ik hieruit wil halen. Maar ook van die plotselinge ‘paniekaanvallen’ komen voorbij. ‘Mijn hemel, waarom?! Waar haal ik de arrogantie vandaan dat ik zelfs maar denk dat ik dit kan?’ Dat moet Danielle dan echt wegpsychologen. Ook bereiden we scenario’s voor. Er kunnen een miljoen dingen anders lopen dan gepland en een deel daarvan wil ik van tevoren hebben bedacht.” Waarbij dus wel wordt voorbereid, maar niet te ver wordt vooruitgekeken. Koen: “Nee, ver vooruitkijken is dan weer heel gevaarlijk. Het is een dun lijntje waar je op balanceert. Je moet je stemmetjes wegdrukken, vooral naarmate je meer vermoeid wordt. Je logische denkvermogen neemt af. Het hoort allemaal bij de wedstrijd.”

Resultaat

Zijn er dan scenario’s of uitkomsten te bedenken waar hij teleurgesteld gaat zijn in en met zichzelf? “Eigenlijk alleen als ik niet finish door eigen domme fouten. Bijvoorbeeld door voeding, wat ook echt een aandachtspunt voor me is. Of omdat ik het vertik droge kleding aan te trekken. Dat soort fouten, die maak je zelf en kunnen je erg makkelijk een finish kosten.”

En tevreden? Met welke tijd? “Ik heb wel een tijd in mijn hoofd, maar die heb ik nog met niemand gedeeld. Hoeft ook niet. Is geen doel, wel een ambitie. Nee, tevredenheid komt als ik de wedstrijd goeddeels genietend heb kunnen doorbrengen. En als ik minder op het supportteam heb hoeven leunen dan in de triple. Ik moet de baas zijn over mijn eigen wedstrijd. Ik ben verantwoordelijk voor ‘winst’ en ‘verlies’, niet het supportteam. Daarin heb ik mijzelf ontwikkeld en dat wil ik laten zien.” Wat als een paal boven water staat, is dat er in september 2021 weer veel vragen zijn beantwoord, veel twijfels zijn weggenomen en heel veel nieuwe vragen en twijfels zijn bijgekomen. En zo draait het ultraleven van Koen van Meeuwen gestaag door. Nieuwe nieuwsgierigheid, nieuwe uitdagingen. Maar eerst even een half maandje racen.


De Trainer:

 

“Eigenlijk is het niet trainbaar”

Voorbereiden op een deca doe je niet zonder hulp van een trainer. En laat er in deze regio, en vroeger binnen deze vereniging, nou een trainer rondlopen die zelf ook van die lange uitdagingen houdt. Jacomina Eijkelboom begeleidt Koen al sinds jaar en dag. Hoe bereid je iemand voor op zo’n inspanning? “We begonnen met het bedenken van redenen waardoor het eventueel niet zou gaan lukken, dingen waar Koen tegenop ziet of zag. Bijvoorbeeld het dagenlange fietsen of de nachten. Zo zijn we ook op die vijf marathons rond kerstmis gekomen. Je kunt in een keer 210 kilometer gaan lopen, maar dat heeft enorme impact op de rest van je trainingsschema. Je kunt er ook vijf lopen op vijf opeenvolgende dagen. Zelfde kilometers, ook extreme vermoeidheid en heel veel leermomenten voor straks als je ze wél in een keer moet lopen.” Maar als je vanuit obstakels begint te trainen, is dan het mentale belangrijker dan het fysieke? “Jazeker,” is Jacomina stellig. “Het begint met het mentale deel. Het fysieke komt daarna. Al neem je natuurlijk wel heel veel uren en kilometers mee in zo’n voorbereiding en zorg je dat er een grote en brede basis ligt.”